Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Maria II Stuart

betekenis & definitie

koningin van Engeland (1689—94). *30.4.1662 Londen, ✝ 28.12.1694 Kensington; oudste dochter van de latere Jacobus Il. Werd anglicaans opgevoed; huwde 14.11.1677 de Ned. stadhouder→ Willem III.

Tijdens de regering van haar vader (1685-88), die 1673 openlijk tot het katholicisme was overgegaan, scheen de prot. opvolging door Mary verzekerd, maar toen Jacobus uit een tweede huwelijk in 1688 een zoon kreeg, (Jacobus ‘the old Pretender'), die roomskatholiek opgevoed zou worden, werd hij door de naar Engeland geroepen Willem III verdreven. Mary weigerde de alleen aan haar aangeboden kroon, waarop Willem en Maria tezamen tot koning en koningin werden uitgeroepen (23.2.1689). In feite voerde Willem het bestuur, maar Maria trad op als regentes tijdens zijn afwezigheid. In haar aanvankelijk weinig gelukkig huwelijk, dat kinderloos bleef, ontstond in latere jaren een innige band.Uitg. Lettres et mémoires, door M. Bentinck (1880).

Litt. F.J.T..Kramer, Mary II Stuart. gemalin van Willem in (1890); N.M.Waterson. Mary II (1928); M.Bowen, The Third Mary (1929); R.Fruin. Maria, de gemalin van prins Willem III (in: de Tijd van de Witt en Willem ui, dl. 2 (1929): H.Chapman. Mary II (1953). J.Doorn.

De vrouw van stadhouder-koning. Mary Stuart II (1967); E.Hamilton. William’s Mary (1972); H. en B. van der Zee. William and Mary (1973).

< >