Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Mardijkers

betekenis & definitie

[<Mal. orang merdéka (merdika), vrije lieden]. tijdens het bewind van de Ned. voc in Indonesië, uit Angola. Voor-Indië enz. afkomstige, vrijgelaten slaven en hun afstammelingen; veelal ook inheemse soldaten. die in de oorlogen van de voc in de 17e eeuw krijgsgevangen werden gemaakt en daarna vrijgelaten om onder Hollandse vlag dienst te nemen.

Begin 19e eeuw hield men op met het vormen van Mardijkers-compagnieën. Allengs gingen de Mardijkers op in de (Indo-) Europese bevolking.

< >