Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Juan van Oostenrijk

betekenis & definitie

Don, landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden (1644 en 1656—59), groot-prior van Castilië, *1629, ✝ 1679; bastaardzoon van Filips iv van Spanje.

Zijn benoeming in 1644 stuitte op zoveel verzet dat Filips hem niet zond en de → markies van Castel-Rodrigo met het burgerlijk bestuur belastte (1644-47) en daarna aartshertog → Leopold-Wilhelm tot landvoogd benoemde (1647—56). In 1656 werd Juan opnieuw benoemd. Zijn bestuur bleek een mislukking; hij leidde een zorgeloos leven en maakte grote schulden, zodat Filips hem 1659 moest terugroepen. Hij bleef titulair landvoogd.

< >