Ned. r.k. geestelijke en kerkhistoricus. *10.9.1885 Nes (Ameland), ✝ 8.9.1955 Amersfoort. Studeerde na zijn priesterwijding (1908) 1908—11 te Rome; doceerde 1914-35 kerkgeschiedenis aan het groot seminarie Rijsenburg; 1935 coadjutor van de aartsbisschop van Utrecht; 1936—51 aartsbisschop van Utrecht; 1946 kardinaal.
Verwierf tijdens de Tweede Wereldoorlog een groot gezag, ook buiten r.k.-kring, door zijn openlijk stellingnemen tegen de Duitse bezetter. Werk: Handboek der kerkgeschiedenis (2 dln. 1929—31; 5e dr. 5 dln.. herzien door R.Post. G.Abbink en J.van Laarhoven. 1962-75).Litt. H.Aukes. Kardinaal De Jong (1956).