Ned. historicus. *18.8.1875 Amsterdam. ✝1.8.1959 Zeist. Ten gevolge van doofheid hoofdzakelijk autodidact: verrichtte baanbrekend werk op het gebied van de Amsterdamse en maritieme geschiedenis; 1922 eredoctoraat van de Amsterdamse universiteit.
Werken: De vroedschap van Amsterdam 1578-1795 (2 dln. 1903-05. omgewerkt tot Geschiedenis van het Amsterdamse regentenpatriciaat, 1923), Schetsen uit de geschiedenis van ons zeewezen (6 dln. 1916—30), Het voorspel van den Eersten Engelschen oorlog (2 dln. 1920). De vioolbouw in Nederland in de eerste helft der 17e eeuw 1596-1655 (1933): Het geslacht Elias, de geschiedenis van een Amsterdamse regentenfamilie.LITT. J.G.van Dillen. In memoriam Dr.Johan E.Elias (in: TvG. 1959); I.H.van Eeghen, Het leven van J.E.Elias (Jb. Amstelodamum, 1961).