Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Johan Brouwer

betekenis & definitie

hispanoloog. literator en historicus. "31.5.1898 Delfshaven. ✝ (gefusilleerd) 1.7.1943 Haarlem. Studeerde Oosterse talen in Leiden; werd 1921 als medeplichtig aan moord, die zijn broer gepleegd had op een chanteur, tot 7 jaar gevangenisstraf veroordeeld; kwam 1928 vrij en promoveerde 1931 op De psychologie van de Spaanse mystiek; publiceerde een reeks historische studies over aspecten van de Tachtigjarige Oorlog in het licht van Spaanse bronnen.

Nam aan republikeinse zijde deel aan de Spaanse Burgeroorlog; was tijdens de Tweede Wereldoorlog actief in het verzet; nam deel aan de aanslag op het bevolkingsregister in Amsterdam. Door verraad gegrepen werd hij door de Duitsers gefusilleerd. Werken o.a.: Spaansche Reis- en Krijgsjournalen uit de Gouden Eeuw (1932), Kronieken van Spaansche soldaten uit het begin van den Tachtigjarigen Oorlog (1933), De Spaansche Burgeroorlog (1936), De onoverwinnelijke Vloot (1938). De verzonken zilvervloot van Vigo (1940), Philips Willem (1941). Montigny (1941), liet mysterie van Spanje (2e dr., 1946).LITT. S.Tas. In memoriam Johan Brouwer (Nieuwe Stem. 1946); G.J.Geers, Levensbericht (in: Jb. Mij. der Ned. Letterk., 1947).

< >