jhr., Ned. politicus. ‘21.7.1844 Haarlem. ✝ 13.7.1914 s-Gravenhage. Studeerde rechten te Utrecht: 1872 griffier van de Prov.
Staten van Zuid-Holland; 1877-94 en 1901-12 liberaal lid van de Tweede Kamer. 1905 voorzitter; 1898—1901 lid van de Eerste Kamer; 1894-97 minister-president en minister van Buitenlandse Zaken. Tijdens zijn ministerie kwamen tot stand: kieswet-Van Houten, Veiligheidswet, Kamers van Arbeid, terwijl de wet op de personele belasting en de Hinderwet werden herzien en de financiële verhouding tussen rijk en gemeenten geregeld werd. 1912 vice-president van de Raad van State.Litt. M.W.Jurriaanse. De Ned. ministers van Buitenlandse Zaken (1974).