Zuidned. onderwijsman en geschiedschrijver, *(ged.1.3.)1740 Voorburg. ✝ 20.5.1787 Brussel. Onderwijzer en privé-leraar te Antwerpen (1757-76); ontwikkelde zich door eigen studie en verwierf naam door zijn voor die tijd verdienstelijke historische verhandelingen; 1773 lid en 1776 secretaris van de Keizerlijke en Koninklijke Academie te Brussel.
Door keizer Jozef II raakte hij betrokken bij de hervorming van het onderwijs, waarvoor hij diverse handboeken schreef. Van zijn Histoire générale des Pays-Bas autrichiens, de eerste poging tot een algemene geschiedenis van de Zuidelijke Nederlanden, is alleen het eerste deel voltooid (1787). Zijn Nederduytsche spraek-konst (1761) werd later (1836 vlg.) door de taalparticularisten geprezen, omdat zij een eigen Vlaams taalgebruik huldigde, verschillend van het Nederlands.