Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Jan van Swieten

betekenis & definitie

Ned. officier, *28.5.1807 Mainz, ✝ 9.9.1888 ’s-Gravenhage. Trad 1821 in dienst bij het Ned. leger: vertrok 1827 naar Java, waar hij meestreed in de → Java-oorlog; 1829 1e luitenant.

Nam, teruggekeerd in Nederland. 1831 deel aan de → Tiendaagse Veldtocht: ging 1835 opnieuw naar indië: 1849 kolonel; 1849-58 gouverneur van Sumatra's Westkust; 1853 generaal-majoor: 1857 luitenant-generaal. Onderscheidde zich bij de expedities tegen Bali (1848) en Boni (1859—60). Verliet 1862 de dienst; 1864-66 lid Tweede Kamer. Na de mislukking van de eerste Atjeh-expeditie werd hij 1873 belast met de militaire operaties in Atjeh (→ Atjehoorlog). Meende door de verovering 24.1.1874 van de Kraton (herdoopt in Kota-Radja) Atjeh gepacificeerd te hebben. Keerde 1874 naar Nederland terug.

Werken o.a.: Krijgsverrigtingen tegen het eil. Balie in 1848 (1849). In Tijdschrift v. Ned.-Indië: Over het grondbezit ter Sumatra's Westkust (1863), De regtstoestand der inheemsche bevolking van Sumatra's Westkust (1864), Java. Hoe het te verdedigen tegen een Europeeschen vijand? (1869). De verdediging van Java (1869).

De agressieve politiek in Atjeh (1878). De waarheid over onze vestiging in Atjeh (1879).

< >