Ned. koloniaal bewindsman, *8.1.1587 Hoorn, ✝ 21.9.1629 Batavia. Ging 1607 als onderkoopman in dienst van de voc naar Indië; 1618 gouverneur-generaal; veroverde 1619 Jacatra en stichtte op de plaats van de verwoeste stad Nieuw-Hoorn, dat door de Heren xvn in Batavia werd herdoopt.
Berucht is Coens optreden tegen de Bandanezen, toen dezen onder Engelse invloed hun contracten niet nakwamen. Hij bereikte daarmee dat de voc tegen lage kosten de wereldproduktie van muskaatnoten en foelie in handen kreeg. Vroeg 1623 ontslag. In Nederland teruggekeerd deed hij voorstellen tot algehele reorganisatie van het stelsel van de voc. voorstellen die op vrijhandel en kolonisatie berustten: hij wilde de stichting van Ned. volksplantingen, vrije vaart in de Archipel voor particulieren, maar handhaving van het monopolie van de voc ten aanzien van de handel tussen de Oost en de Republiek. De vrees dat de particuliere handel een bedreiging voor het monopolie zou vormen, was er oorzaak van dat de bewindhebbers deze voorstellen niet overnamen. In 1624 opnieuw aangesteld tot gouverneur-generaal. vertrok hij door vertraging in 1627.
Overleed tijdens een tweede beleg van Batavia door een Matarams leger, vermoedelijk aan de cholera. Coen was een van de grondvesters van het Ned. koloniale rijk. Hij bleef zijn devies (‘dispereert niet’) trouw en trachtte steeds de situatie van de voc te verbeteren en het monopolie te handhaven, zich bewust van 'daar can in Indien wat groots verricht* (brief aan de bewindvoerders van de voc. 29.9.1618); trachtte Spanjaarden en Engelsen uit de Archipel te verdrijven; drong herhaaldelijk aan op zending van schepen, minder corrupt personeel en vooral geld ter bevordering van de handel (de cost gaet voor de baet uyt).Litt.: H.F.M.Huybers, J.P.Coen (1914); H.Colenbrander. J.P.Coen. Bescheiden omtrent zijn bedrijf in Indië (16 dln. 1919-34); J.M.Fuchs. J.P.Coen in uitspraken van hemzelf en anderen (1937); L.Kiers, Coen op Banda (1943); C.Gerretson, Coen’s eerherstel (1944); J.van der Woude, Coen (1948); J.dc Pater, J.P.Coen en Indië in zijn tijd (1952); A.Romein, J.P.Coen. Couste que Couste (in: J.en A.Romein, Erflaters van onze beschaving, 13e dr. 1979).