Ned. journalist en politicus. *8.1.1906 Drachten, t4.4.1972 Haarlem. Promoveerde 1931 op proefschrift Groen van Prinsterer bij het herstel der hiërarchie in de R.
K. Kerk in Nederland (1853). 1933 burgemeester in Adorp. De Duitse bezetting deed hem dit ambt vrijwillig opgeven 1941. Zijn verzetsactiviteiten culmineerden in de oprichting van het verzetsblad → Trouw in 1943, samen met professor Geziena van de Molen. E.van Ruller en Jan .Schouten.Na de bevrijding hoofdredacteur (tot 22.2.1971), 1946-63 lid van de Tweede Kamer voor de Antirevolutionaire Partij (ARP). Op principiële gronden had hij een benoeming in het Noodparlement geweigerd. Van 1956-63 fractievoorzitter. Ten tijde van de Nieuw-Guinea-kwestie baarde hij opzien met zijn antimilitaire interventiestellingname. Gesproken werd van de ‘omzwaai van Bruins Slot’ gezien zijn standpunten aan het eind van de jaren veertig ten aanzien van de onafhankelijkheid van Indonesië. Zijn denken werd progressiever en radicaler, hetgeen in het beleid van zijn krant duidelijk tot uitdrukking kwam. Werken: Bezinning en uitzicht (1949), Kleine partij in een grote wereld (1963), En ik was gelukkig (1972, memoires).
