Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Jacob Presser

betekenis & definitie

(Jacques), Ned. historicus en letterkundige, *24.2.1899 Amsterdam. ✝ 30.4.1970 Amsterdam. Vanaf 1946 als lector verbonden aan de universiteit van Amsterdam. sedert 1948 als hoogleraar; 1959 hoogleraar in de algemene en vaderlandse geschiedenis als opvolger van → J.

Romein. Had grote aandacht voor het individu in de historie, zoals dit uit de zgn. egodocumenten blijkt. Werken: De tribus impostoribus (diss. 1926), De Tachtigjarige Oorlog (1941), Napoleon (1946), Gewiekte wielen (1951). Nacht der Girondijnen (1957). Schrijfsels en schrifturen (1961), Getuigenissen 1939-1945 (1961), Europa in een boek (1963), Ondergang (2 dln. 1965; officiële gesch. van de vervolging van de Ned. joden). Joden en dagboeken (in: TvG 1970).

Uitgaven: Uitbet werk van dr.J. Presser (1969). Gesprekken met J. Presser (1972).Litt. J.Presser. geschenk van vrienden bij zijn zestigste verjaardag (1959); B.W.Schaper. J.Presser. historiën engagé (in: TvG 1970); M.C.Brands. In memoriam J.Presser (in: BMGN 1970).

< >