Ned. politicus, *20.8.1904 Willemstad (N.-Brabant). Studeerde rechten.
Hoewel afkomstig uit een christelijk-historisch milieu werd hij tijdens zijn studententijd lid van de Sociaal-Democratische Studenten Club en later van de SDAP; 1930-43 advocaat in Dordrecht; week naar Londen uit. waar hij augustus 1943 minister van Binnenlandse Zaken werd in het kabinet-Gerbrandy (P.S.→ Gerbrandy). In februari 1945 vroeg hij ontslag, uit protest tegen de verregaande bevoegdheden van het Militair Gezag. 1945—62 lid van de Tweede Kamer voor de PVDA en 1951-62 fractievoorzitter; 1963—70 lid van de Eerste Kamer; vanaf 1970 lid van de Raad van State; tevens lid van het Europese Parlement en van de Beneluxraad; 1949-67 voorzitter van de VARA. In februari 1973 slaagde hij er als kabinetsformateur in om ondanks veie moeilijkheden een kabinet van PVDA, D’66, PPR, KVP en ARP te formeren met J.M.den → Uyl als minister-president.LITT. G.Brautigam. Gedogen schreef hij gaat van au (1973).