Ned. filosoof. *11.7.1898 Amsterdam. ✝ 25.9.1955 Haarlem. 1924-32 hoogleraar algemene taalwetenschap en klassieke letteren aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, in 1932 hoogleraar filosofie aan de Gemeentelijke Universiteit aldaar; 1936—39 voorzitter van het Comité van Waakzaamheid; 1940—43 geïnterneerd; 1942 als hoogleraar ontslagen. Groot Kant-kenner.
Werken o.a.: Kritische Studiën über philosophische Methode (diss. 1923), Inleiding tot de taalwetenschap (1926). De zin der wetenschap (1937), Filosofie der wetenschappen (1940). Uitgave: Verspreide geschriften (2 dln. 1958.Litt. E.W.Beth, Herdenking van H.J.Pos (in: Jb. Akad. Wet. 1955/56); H.Oldewelt. Gedachten over Prof.H.J.Pos (in: Nwe. Stem 1956).