Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Hendrik Koekoek

betekenis & definitie

Ned. politicus, *22.5.1912 Hoogeveen. Landbouwer; werd vóór de Tweede Wereldoorlog lid van de chu; vestigde zich 1947 als veehouder te Bennekom: werd afdelingssecretaris van de chu, richtte, ontevreden over het beleid van de chu. 1958 de partij Vrije Boeren en 1959 met E.J.Harmsen de → Boerenpartij op: vanaf 1963 lid van de Tweede Kamer voor deze partij.

Kreeg grote bekendheid door zijn aanwezigheid 1963 bij de uitzetting van boeren in Hollandsche Veld, die huncontributie voor het Landbouwschap weigerden te betalen.

Litt. K.Baartmans. Boer Koekoek (1966).

< >