Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Hajo Brugmans

betekenis & definitie

Ned. historicus. *5.3.1868 Groningen. ✝ 6.12.1939 Amsterdam. 1904-38 hoogleraar algemene geschiedenis in Amsterdam; specialiseerde zich in de geschiedenis van Groot-Brittannië en de Brits-Ned. betrekkingen. in de geschiedenis van Amsterdam en in de economische geschiedenis. Werken: Engeland en Nederland in de eerste jaren van Elizabeths regering (diss. 1892), Opkomst en bloei van Amsterdam (1911), Het stadhuis van Amsterdam (1914), De buitenlandsche politiek van het Britsche Rijk van 1870—1914 (1926), Geschiedenis van Amsterdam, van den oorsprong af tot heden (8 dln. 1930-33).

Litt. H.van der Bijll, Bibliogr. der geschriften van prof.H.Brugmans (1938); N.W.Posthumus, Levensbericht (in jb. Akad. Wet., 1940).

< >