[hetgeen achter een haag, dus heimelijk gebeurt], de prediking, door de vervolgde hervormden in de open lucht gehouden sedert 1566. (→ Tachtigjarige Oorlog). De term werd ontleend aan het oudere haagpredikant. d.i. iemand die preekt op een niet erkende plaats.
Ook gras- of groene preken.