(1522—23), Adriaun Florisz. Boeyens. *2.3.1459 Utrecht. ✝ 14.9.1523 Rome.
Studeerde bij de Broeders des Gemenen Levens te Zwolle en aan de universiteit te Leuven, waar hij 1491-1515 hoogleraar theologie was; schreef enkele werken over de sacramenten en de moraal in de geest van de laatscholastick; werd 1507 opvoeder van de latere keizer Karel v. 1512 raadsheer van Margaretha van Oostenrijk. 1516 bisschop van Tortosa; 1517 kardinaal; 9.1.1522 tot paus gekozen. Zag het als zijn voornaamste taak de Reformatie een halt toe te roepen door een hervorming binnen de Kerk, m.n. van de Romeinse curie; wilde tevens de christelijke vorsten verenigen tegen de opdringende Turkse macht. Maakte zich door zijn strengheid en soberheid gehaat in het renaissancistische Rome, waardoor zijn politiek gedoemd was te mislukken. In Utrecht herinnert ’Paushuize’ aan hem. Hij was de enige Nederlandse en tevens de laatste niet-Italiaanse paus tot de verkiezing 16.10.1978 van de Pool Johannes Paulus II. Werken: Comment. in Libr. IV Sentent. (1512), Quaestiones quollibeticae (1516).Litt. E.Hoeks. Der letzte deutsche Papst (1939); A.van Duinkerken. Adriaan Florisz. (Jb. Oud-Utrecht, 1942); Cat. herdenkingstentoonst. Utrecht (1959); J.Bijloos, Adrianus vi, de Ned. paus (1980).
