{Gorkum). Ned. gemeente in de prov.
Zuid-Holland. Ontstond aan een kruispunt van land- en waterwegen en een veer over de Merwede in het gebied van de heren van → Arkel: ontwikkelde zich tot een belangrijke handelsstad: kreeg 1224 van graaf Floris IV tolvrijheid in Holland en waarschijnlijk ca. 1280 stadsrecht: werd een concurrent van Dordrecht en raakte daardoor in de Arkelse Oorlog (1401-12) betrokken. Bij de vrede van 1412 werd Gorinchem Hollands leengebied; 1417 door Jacoba van Beieren ingenomen, waarbij Willem van Arkel sneuvelde. In 1528 werd er de vrede tussen keizer Karel V en hertog Karel van Gelre getekend (→ Gorkum, Verdrag van): 1572 werd de stad veroverd door de geuzen (→ Gorkumse martelaren). Gorinchem was vertegenwoordigd op de eerste vrije Statenvergadering van Dordrecht (1572) en heeft tot 1795 behoord tot de twaalf kleine stemhebbende steden van Holland: was vooral van belang als vesting, o.a. in 1672 als schakel in de Hollandse waterlinie tegen de Fransen.Litt. H.A.van Goch, Van Arkels oude veste (1898); W.F.Emck. Kroniek van Gorinchem (1929); W.A.van der Donk. Van dorp tot stad (1965); H.F.van Peer. Gorinchem (1967).