Ned. geleerde. *1577 Heidelberg, ✝ 17.3.1649 Amsterdam. Werd 1622 hoogleraar retorica en geschiedenis te Leiden; 1631 hoogleraar geschiedenis te Amsterdam.
Schreef tal van verhandelingen op theologisch, historisch, letterkundig en taalkundig gebied. en werd in heel Europa bekend. Een benoeming tot hoogleraar te Cambridge wees hij af, waarop hij werd benoemd tot kanunnik te Canterbury. Uitgave: Opera (6 dln. 1701).Litt. J.M.Romein. In Vossius' Voetspoor (in: Jb. Univ. Amsterdam 1948—49): C.S.M.Rademaker. G.J.Vossius (1967); A.van den Berg. G.J.Vossius (in: SH 1968).