Duits bioloog. *1627 of 1628 Münzenberg(?). ✝ 15.6.1702 Ambon. Ging in dienst van de voc naar Indië; werd bestuursambtenaar op Ambon.
Beroemd geworden door zijn beschrijvingen van de planten- en dierenwereld van Ambon. Toen hij 1670 blind werd, handhaafde de compagnie hem wegens zijn verdiensten. Werken: D'Amboinsche Rariteytskamer (1705; over schelpen). Amboinsch Kruydboeck (6 dln. 1741-50. met Auctuarium. 7e dl. 1755). Schreef daarnaast een Amboinsche landbeschryvinge en een Amboinsche Historie.Litt. G.Ballintijn, Rumphius (1944); H.C.D.dc Wit (red.). Rumphius memorial volume (1959).