Duits prot. theoloog, *18.2.1683 Detmold, ✝ 8.12.1729 Bremen. 1720 hoogleraar te Utrecht. 1727 te Bremen. Heeft in Nederland grote invloed gehad door zijn gereformeerd piëtisme, waardoor hij de → conventikels bevorderde; hing in dogmatisch opzicht de verbondstheologie van → Coccejus aan, zoals ook zijn hoofdwerk.
Das Geheimnis des Gnadenbundes (6 dln. 1712). aantoonl. Tevens voorstander van het typologisch gebruik van het OT: is vooral de vader van de ‘tale Kanaans’.Litt. G.Snijders. F.A.Lampe (1954).