pseud.: Geerten Gossaert, Ned. geschied- en letterkundige. *9.2.1884 Kralingen. ✝ 27.10.1958 Utrecht. Studeerde o.a. te Brussel.
Londen en Heidelberg; 1925 hoogleraar geschiedenis van Ned.-Indië te Utrecht. 1938-54 hoogleraar constitutionele geschiedenis. In politiek opzicht nationalist en tegenstander van het prijsgeven van het Ned. gezag in Indonesië. Zijn groot-Ned. sympathieën kwamen tot uiting in enkele brochures en in het tijdschrift Leiding (1930- 31), dat hij met de letterkundige P.N.van Eyck en de historicus P.Geyl leidde, Uitg.: Briefwisseling Gerretson-Geyl dl. i. door G.Puchinger en P.van Hees (1979); Werken: G.Puchinger (red.). Verzamelde werken I-VI (1973-76), geschiedkundige werken: Geschiedenis der ‘Koninklijke' (3 dln. 1932-41,3e dr. 1971-73). Muiterij en scheuring 1830 (2 dln. 1936). Coens eerherstel (1944).
Indië onder dictatuur (1946). Om koninkrijk en constitutie (1948).Dirck Gerritsz
→ D.G. Pomp.