(Vranck of Francken). Ned. politicus, *ca.1555 Zevenbergen, ✝ 1.10.1617 ’s-Gravenhage.
Pensionaris van Gouda; wilde na de dood van Willem van Oranje (1584) noch van de soevereiniteit van Frankrijk, noch van die van Engeland weten: behoorde tot de oppositie tegen → Leicester; schreef 16.10.1587 tegen Elisabeth’s gezant Wilkes, lid van de Raad van State (die een vertoog had geschreven tegen de soevereine rechten der Staten en voor die van het volk) in opdracht van de Staten van Holland Justificatie of Deductie (Corte Verthooninghe van het recht der Ridderschap, Edelen en Steden van Hollandt ende Westvrieslandt). Hierin verdedigde hij de soevereiniteit van de gewestelijke staten; daar de landsheer geregeerd had in opdracht van de Staten, was door zijn afzwering de soevereiniteit bij de Staten komen te berusten. Werd 1593 raadsheer in de Hoge Raad.Litt. J.Huges. Het leven en bedrijf van Mr.Franchois Vranck (1909).