Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Ernest Mandel

betekenis & definitie

Belg. econoom en politicus, *5.4.1923 Frankfort aan de Main. 1955-62 lid van de economische studiecommissie van het → Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV). In de weekbladen La Gauche (waarvan hij sinds 1956 hoofdredacteur was) en Links, verdedigde hij zijn politieke standpunten.

Hierdoor was hij een omstreden figuur, hetgeen 1964 leidde tot zijn verwijdering uit de BSp. Streefde sindsdien naar een revolutionair-socialistische partijvorming. Sinds 1970 verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel waar hij marxistische economie doceert; promoveerde 1972 in Brussel in de wijsbegeerte voor een examencommissie van de Vrije Universiteit van West-Berlijn. nadat hem door de Westduitse regering de toegang tot de BRD was ontzegd. Mandei is lid van de Revolutionaire Arbeidersliga (de Belgische afdeling van de Vierde → Internationale). Heeft de marxistische theorie voornamelijk ontwikkeld door een op strenge toepassing van de arbeids- en meerwaardetheorie gebaseerde verklaring van de evolutie van het Iaat-kapitalisme na de Tweede Wereldoorlog. Voorts slaat in zijn werk centraal het formuleren van een systematische sociaal-economische theorie van de overgangsmaatschappij tussen kapitalisme en socialisme.

Werken: Traité d'économie marxisle (1962). La formation de la pensée économique de Karl Marx (1967). De EEG en de concurrentie Europa-Amerika (1968). Controle ouvrier, conseils ouvriers, autogestion. Anthologie (1970), Lenin en het probleem van het proletarisch klassebewustzijn (1970), The decline of the dollar (1972), Der Spätkapitalismus, Versuch einer marxistischen Erklärung (1972).

< >