(Duivenvoorde), Hollands adellijk geslacht. dat zijn naam ontleende aan Duvenvoorde, een riddergoed onder Voorburg, dat 1226 door Diederik van Wassenaar aan zijn broer Filips in leen werd gegeven (kasteel- →Duivenvoorde). Het geslacht splitste zich in verschillende takken, o.a.
Polanen, Warmond, en Obdam. In de 16e eeuw kozen de leden van het geslacht de zijde van de opstand.Johan II van Duvenvoorde, heer van Warmond, het Woud en Alkemade, Ned. admiraal, *1547, ✝ 15.4.1610 ’s-Gravenhage. Week 1567 uit en nam deel aan de verovering van Den Briel (1572); 1576 admiraal van de Haarlemse en Leidse Meren, later luitenant-admiraal van Holland (bekend onder de naam de admiraal van Warmond): opperbevelhebber van de vloot die tijdens de Slag bij Nieuwpoort (1600) de actie van prins Maurits van zee uit ondersteunde; hij vervulde diplomatieke zendingen naar Denemarken (1588) en Engeland (1597).
Willem van Duvenvoorde, Hollands staatsman en financier, *ca.1290. ✝ 12.8.1353 Brussel; bastaardzoon van Filips van Duvenvoorde, oorspronkelijk Willem Snickerieme geheten. Kwam door protectie van zijn oom, Dirc van Wale, hofmeester van graaf Willem III, aan diens hof en werd 1317 kamerheer en zegelbewaarder. Ontwikkelde zich tot geldschieter en financieel expert; verwierf belangrijke bezittingen in Holland en Brabant evenals een geweldig vermogen. Tot zijn debiteuren behoorden de Engelse koning. de hertog van Brabant, de bisschop van Utrecht en de aartsbisschop van Keulen. Zijn politiek beoogde een samengaan van Holland en Brabant tegen Frankrijk. Zijn erfgoed kwam door het huwelijk van zijn achternicht Johanna van Folanen met → Engelbrecht i van Nassau (1403) in handen van de Ned. Nassaus.
Litt. J.Cuvelier, Les origines de la fortune de la maison d’Orange-Nassau (1921).