[Fr.→ Dunkerque], Franse stad in het dep. Nord aan de Noordzee.
Gesticht 960 door graaf Boudewijn III van Vlaanderen; 1388 verwoest door de Engelsen, die het 1540 veroverden op de Spanjaarden; 1558 veroverd door de Fransen, maar 1559 werd het weer Spaans. De → Duinkerker kapers bezorgden de Ned. koopvaardij veel last vanaf het einde van de 16e eeuw. In 1646 werd de stad door de Fransen veroverd met hulp van Tromp; na een Frans-Engels beleg is Duinkerke Engels geworden (1658); 1662 verkocht Karel II het aan Frankrijk, dat er wederom een kaapvaartcentrum van maakte (→ Jean Bart). In mei 1940 (Tweede Wereldoorlog) slaagde het Engelse expeditiekorps erin, met achterlating van het zware materieel, via Duinkerke aan de Duitse opmars te ontsnappen.LITT. P.Bruyelle, Dunkerque: expansion et problème d'aménagement (1964).