benaming voor het gewoonterecht (→ Costume), in West-Europa ontstaan na de ontbinding van het Frankische Rijk. De coutumen verschilden van streek tot streek.
Van de 13e eeuw af werden zij opgetekend, meestal door private personen en plaatselijke overheden. Keizer Karel v beval van 1531-40 de optekening der coutumen die, na onderzoek, gehomologeerd werden. In de noordelijke Nederlanden werd hieraan slechts gedeeltelijk voldaan, daar de besturen van de rechtskringen bevreesd waren, dat hun lokale gewoonterechtelijke regels ten offer zouden vallen aan de unificatiedrang van de Habsburgse landsheren. In de Zuidelijke Nederlanden ging de codificatie door en werd tot een goed einde gebracht onder Albrecht en Isabella. Uit de coutumen (vooral de coutume de Paris) is veel recht overgegaan in de Code Civil en zo ook in het Ned. BW → Criminele Ordonnantiën.Litt. F.Olivier Martin. La coutume de Paris, trait d’union entre lc droit romain et les législations modernes (1925): J.Gilissen, Les phases de la codification et de I’homologation des coutumes dans les xvn provinces des Pays Bas (in: Tijdschr. voor Rechtsgesch., 1950).