Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Cornelis Theodorus Elout

betekenis & definitie

Ned. politicus. *22.3.1767 Haarlem, ✝ 3.5.1841 ’s-Gravenhage. Studeerde rechten te Leiden; 1808 lid van de Raad van State; 1813 lid van de Commissie voor het ontwerpen van de staatsregeling; werd 1815 met A.→ Buyskes en G.van der → Capellen als commissaris-generaal naar Indië gezonden om het bestuur van de Engelsen over te nemen; 1821 minister van Financiën, 1824 van Nationale Nijverheid en 1825-29 van Koloniën en Marine.

Als voorstander van particuliere Europese ondernemingen in Indië, kreeg hij een meningsverschil met J.van den → Bosch; nam dan ook 1829 ontslag (→ Bus de Ghisignies). Uit Elouts nagelaten papieren zijn belangrijke bijdragen tot de geschiedenis van Ned.-Indië gepubliceerd: Bijdr. tot de kennis van het koloniaal beheer (1851), Bijdr. tot de gesch. v. h. kolon. beheer (1861). Bijdr. tot de gesch. der onderhandelingen met Engeland betr. de overzeesche bezittingen 1820-24 (1863), Bijdr. betr. kolon. en andere aangelegenheden in de Raad van State behandeld (1874). Ï.ITT. W'.A.Knibbe. De vestiging der monarchie. Het conflict Elout-V.d.Bosch (1935).

< >