het recht van de collator om een predikant te benoemen. Het collatierecht is afkomstig uit het kanonieke recht, dat bepaalde, dat degene, die de kerk stichtte en onderhield, ook het recht had een persoon als pastoor aan de bisschop voor te dragen.
Langzamerhand werd het collatierecht als een heerlijk recht beschouwd. Bij de intrede van de Reformatie in de Nederlanden werd dit recht gehandhaafd; werd 1798 afgeschaft; 1815 door koning Willem i hersteld. De GWr 1922 Add. Art. in, maakte een einde aan het collatierecht.