Oostfries gravengeslacht, dat in het begin van de 15e eeuw tot aanzien kwam. In 1464 verwierf Ulrich Cirksena na een lange strijd met verschillende Oostfriese → hoofdelingen, van keizer Frederik III de grafelijke rechten in Oost-Friesland.
Het geslacht beleefde zijn bloeitijd onder→ Edzard I de Grote (1491-1528), die regeerde over het gebied dat reikte van de Ommelanden van Groningen tot de Wezer. In 1528 viel dit rijk uiteen. Bij het uitsterven van het geslacht (1744) kwam → OostFriesland bij Pruisen.
