Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Charles Theodoor Stork

betekenis & definitie

Ned. industrieel. *9.2.1822 Oldcnzaal, ✝ 19.7.1895 Oldenzaal. Richtte 1836 te Oldcnzaal een katoenweverij op.

In 1854 volgde (met jongere broer J.F..Stork en H.J.Ekker) de oprichting van de eerste Ned. stoomweverij voor bonte katoen te Hengelo en 1862 (met H.P.Gelderman en Eeckhout) een stoomkatoenspinnerij te Öldenzaal. Na de dood van zijn broer Coenraad (1863) nam hij diens ijzer- en metaalgieterij, en draaierij te Borne over, verplaatste haar 1868 naar Hengelo en maakte haar tot een van de grootste machinefabrieken in Nederland. Met de Delftse industrieel → J.C.van Marken behoorde Charles Stork tot de eerste Ned. fabrikanten die in hun bedrijf de belangen van de arbeiders behartigden (fabrieksscholen, ziekenfonds, pensioenfonds, verzekeringen, spaarkassen), terwijl hij tevens een vorm van winstdeling voor het personeel invoerde. Lid van de Eerste Kamer en verdedigde vooral het vrijhandelssysteem en de afschaffing van de differentiële rechten in Ned.-Indië. Werk: De Twentsche katoennijverheid (1888).Litt. H.C.Nijhuis. Stork in Hengelo (in: Mars 1953); I.J.Brugmans, Paardenkracht en mensenmacht (1961).

< >