(oudtijds) benaming voor de (Oranjegezinde) scheepstimmerlieden op het Amsterdamse Kattenburg, genoemd naar hun voornaamste gereedschap. Zij speelden in 1748 een rol bij de beweging der → doelisten en bij het zgn. bijltjesoproer in 1787, toen zij zich tegen de patriottische regenten keerden.
Toen de Pruisen de grens overschreden namen de patriotten wraak en bestormden Kattenburg, waar verwoede straatgevechten ontstonden, waarbij de bijltjes het onderspit delfden.