(afkorting van België, Nederland en Luxemburg), aanduiding van de in sept. 1944 overeengekomen tolunie tussen deze landen, later uitgegroeid tot economische unie. Met het instellen van de tariefgemeenschap op 1.1.1948 was de eerste stap gezet.
De opheffing van de nog tussen Nederland en de Belg.-Lux. Economische Unie (BLEU) bestaande douanegrens stuitte op moeilijkheden, die vooral betrekking hadden op de noodzakelijke unificatie van de in de drie landen geheven verbruiksbelastingen. Daardoor kwam de douane-unie na veel vertraging pas op 1.4.1949 tot stand. Aangezien over de gelijkmaking van enkele belangrijke accijnzen en van de omzetbelasting geen overeenstemming kon worden bereikt, werd echter de douanegrens tussen de landen niet geheel opgeheven. In okt. 1949 werd een akkoord bereikt, waarbij een zgn. voorunie tot stand kwam. Daarbij werden in principe alle kwantitatieve beperkingen in de handel tussen de drie landen afgeschaft.
Het resterende deel betrof vnl. landbouwprodukten. Op 24.7.1953 sloten de Beneluxregeringen het Protocol inzake de coördinatie van economische en sociale politiek. Het Protocol van 9.12.1953 inzake de handelspolitiek bevat richtlijnen met betrekking tot de unificatie van de handelspolitiek tegenover het buitenland. De evolutie van de Benelux vond haar bekroning in het Benelux-Unieverdrag, dat op 3.2.1958 werd ondertekend. Men kent krachtens het verdrag de volgende instellingen:1. een comité van ministers;
2. een interparlementaire raad, d.w.z. een adviescollege bestaande uit parlementsleden;
3. een secretariaat-generaal;
4. een college van scheidsrechters, dat in bepaalde gevallen, waarin tussen de ministers geen overeenstemming wordt bereikt, kan arbitreren;
5. een Economische en Sociale Raad van Advies, een adviescollege uit het bedrijfsleven.
Sinds 1.1.1974 is het Benelux-Gerechtshof ingesteld, welks taak identiek is aan die van het Hof van Justitie van de EG, m.n. het interpreteren van de verdragsteksten en van de uniforme wetten. In 1969 is een Benelux stimuleringscollege ingesteld teneinde een versnelling in de totstandkoming van de unie te bereiken. Op 29.5.1972 heeft dit o.a. geleid tot ratificatie van een overeenkomst voor de harmonisatie van accijnzen. In dec. 1971 is te Bazel een Benelux-monetair arrangement gesloten. Wat de economische resultaten van de Benelux betreft, moet aangetekend worden dat de samenwerking tussen de drie landen geleid heeft tot een grote uitbreiding van het handelsverkeer. Vooral procentueel is Nederland als handelspartner voor de BLEU en de BLEU als handelspartner voor Nederland in betekenis toegenomen. Aan deze procentuele toeneming is na de inwerkingtreding van de Gemeenschappelijke Markt van de EG een einde gekomen.
Litt. M.Weisglas, Benelux, of van nabuurstaten tot uniepartners (1949); J.E.Meade, Ncgotiations for Benelux (1957); K.Karelle en F.de Kemmeter, Le Benelux commenté (1961); Benelux Econ. Uniebasisteksten met supplementen (Brussel).