Belg. criminalist en politicus, *29.6.1804 Brussel, ✝ 21.7.1868 Brussel. Promoveerde op een dissertatie tegen de doodstraf; medewerker van de liberale Courrier des Pays-Bas; na een persproces zat hij een jaar gevangen (1829).
Als inspecteur-generaal van het gevangeniswezen (1831-61) voerde hij het celsysteem in. Verliet 1857 de liberale partij; was de voornaamste bezieler van de rooms-katholieke Congressen van Mechelen (1863, 1864 en 1867), die bijdroegen tot de vorming van een confessionele partij, overigens tegen zijn zin. Van 1863 tot zijn dood directeur van het Journal de Bruxelles; stichtte de Revue Générale. Was een van de eersten die het verband legden tussen criminaliteit en economische omstandigheden. Zijn werken over het pauperisme en de sociaal-economische toestanden in België bezitten nog steeds grote waarde.LITT. E.Rubbens, E.Ducpétiaux (2 dln. 1922—34).