Belg. gemeente in de prov. Namen (arr.
Namen), in de Maasvallei. Op grond van oudheidkundige vondsten zou het stadje reeds in de Romeinse tijd hebben bestaan. Een oude (reeds voor-Romeinse?) verkeersweg kruiste de Maas nabij het gehucht Andenelle. De H. Begga, dochter van Pippijn de Oude van Landen, stichtte er eind 7e eeuw een klooster (benedictijnenregel), dat, in de 13e eeuw omgevormd tot een klooster van adellijke kanunnikessen, in 1785 werd opgeheven. Reeds in de middeleeuwen was Andenne een bekend centrum van aardewerkfabricage en in 1784 werd er de eerste fabriek van fijne faïence gevestigd.LITT.: P.Misson, Le chapitre noble de sainte Begge a Andenne (1887); L.Tombu. Ilist. de la céramique a Huy el Andenne (1901); E.J.Dardenne, Hist. des faïenceries andennaises (1906); A. Melin, Une cité carolingienne (1928); H.Javaux. Quinze siècles du travail de la terre a Andenne (1935); R.Borremans-W'.Lassance. Recherches archéol. sur la céramique d'Andenne au moyen age (1956).
