de gezamenlijke benaming van een aantal aan elkaar verwante, maar toch van elkaar onderscheiden. sociale en politieke denkrichtingen, die alle hierin overeenkomen, dat zij de totale afschaffing van de staat, d.w.z. de verwerping van elk gezagsprincipe voorstaan en die als ideaal een samenleving zonder regeringsdwang zien, wat trouwens Marx ook als einde van een politiekmaatschappelijke ontwikkeling zag. De anarchisten echter willen alle staatsgezag vernietigen en onmiddellijk de vrije maatschappelijke organisatie invoeren, een socialisatie zonder heersers.
Daarna zal het goede in de mens, met samenwerking in vrijheid, verschijnen (de mututal aid van Kropotkin). In Nederland waren anarchisten ca. 1900 actief, o.a. de aanhangers van het ‘neem- en eetrechf, d.w.z. nemen wat men nodig heeft. Het werd verdedigd door R.Tamminga (volgeling van Max Stirner) in zijn brochure: Theorie en praktijk van het nemen (1900) en door J.P.Hommes in een reeks brochures (1900-05). Daarnaast zijn te noemen de → christen-anarchisten en de anarchisten rond → Domela Nieuwenhuis. In de jaren 60 zijn trekken van anarchisme terug te vinden bij dc provo's en dc hieruit ontwikkelde beweging van dc kabouters.Litt.: F.T.P.van der Kooij, Het neo-anarchisme en de toekomst van de samenleving (1971); A.C.J.de Vrankrijker, Onze anarchisten en utopisten rond 1900 (1972, met uitv.litt.); Anarchisme (speciaal nr. SH il, 1979, met uitv. litt.).