In de jaren ’40 beschouwde men windjak soms als een germanisme (D. ‘Windjacke’) voor ‘windjekker’. Rond dezelfde tijd vindt men dit woord voor het eerst in de woordenboeken. Koenen maakt eerst nog wat bezwaar tegen windjak maar vanaf de jaren ’60 wijst hij nog maar op de Duitse afkomst ervan. Nu vermeldt hij het zelfs zonder verdere aantekening. Evenals al de andere woordenboeken aanvaardt hij het dus als volwaardig Nederlands.
Men vindt verschillende grafieën: in het begin meestal de Duitse vorm Windjacke, daarna windjak.
Er bestaat ook geen eensgezindheid over de oorsprong van het woord: de meeste woordenboeken denken aan Duitse invloed; Van Dale zegt ‘Duits of Engels’ en Verschueren, die eerst dacht dat windjak van Duitse oorsprong was, is nu van mening dat het Engels is.
Gepubliceerd op 11-06-2020
Windjak
betekenis & definitie