De zorg voor en het beleid t.a.v. het milieu (d.w.z. de omgeving, hier in materiële zin) heeft in het laatst der jaren ’60 grote aandacht gekregen. Reeds lang waren in Friesland natuurbeschermingsorganisaties werkzaam bij het instandhouden van waardevolle elementen van landschap en natuur: Bond van Friese Vogelbeschermingswachten, It Fryske Gea.
Nieuwe problemen, zoals bodem-, water-, luchtverontreiniging, landschapsontsiering (horizonvervuiling), lawaaioverlast enz. die waren ontstaan door industrialisatie, toename van het verkeer, recreatie, veranderde werkwijzen in de landbouw, alsmede een nieuwe visie t.a.v. de wenselijkheid van het behoud van karakteristieke onderdelen van het landschap (waartoe ook gebouwen, binnenstadsdelen, etc. behoren) maakten een onderverdeling in de bemoeiingen van de overheid met het totale milieubeheer wenselijk. Door rijks- en provinciale subsidies aan o.m.
It Fryske Gea, Friese Miljeuraad, particulieren en stichtingen bij het restaureren van monumenten etc. werd een meer planmatig milieubeheer mogelijk. Een Prov.
Commissie Milieubeheer zag haar in principe zeer wijde taakomschrijving in maart 1973 geconcretiseerd: uit praktische overwegingen zou de nadruk komen te liggen op problemen van milieuhygiënische aard. De Commissie houdt zich o.m. bezig met waterverontreiniging (zuiveringsbeheer, zuiveringsplan, hoogte verontreinigingsheffing); bodemverontreiniging (autowrakken, vuilstortplaatsen, verordening bodem- en grondwaterverontreiniging); luchtverontreiniging (uitgifte vergunningen); geluidshinder (luchtmachtbasis Leeuwarden, verkeerslawaai).Zie ook Waterkwaliteitsbeheer; Vliegbasis Leeuwarden.
