Gepubliceerd op 21-01-2020

MIGRATIE (binnenlandse)

betekenis & definitie

Vestiging uit en vertrek naar andere provincies. Na 1954 hebben zich, naast de met economische ontwikkelingen samenhangende schommelingen, een aantal opvallende verschuivingen voorgedaan.

Zo had de schaalvergroting in de landbouw aanvankelijk een uittocht uit de dorpen tot gevolg, resulterend in een groot vertrekoverschot. De verschillende stimuleringsmaatregelen resulteerden echter in een ontwikkeling van de industrie in Friesland terwijl op enkele plaatsen de zich snel ontwikkelende recreatie een verbetering van de werkgelegenheid tot gevolg had.

Bovendien werd, na het oosten, het noorden ontdekt als woongebied. Dit leidde tot een gestage daling van het vertrekoverschot tussen 1960 en 1966, toen een stabilisatiepunt bereikt scheen te zijn.

Na 1970 daalde het vertrekoverschot echter snel, om in 1972 om te slaan in een vestigingsoverschot. Van deze ontwikkeling profiteerden aanvankelijk vooral de zandgronden (de Wouden) en de steden Leeuwarden, Sneek, Heerenveen en Drachten.

In mindere mate maar toch duidelijk steeg ook het inwonertal in de overige, als industriekern aangewezen plaatsen. In de jaren ’70 bracht de surburbanisatie in enkele steden een relatieve en in een enkel geval (Leeuwarden) zelfs absolute teruggang teweeg, ten gunste van omliggende dorpen.Friesland Binnenlandse migratie per prov.

Gekomen uit:

Omschrijving 1950 1955 1960 Groningen 1.485 1.490 1.638 Friesland ) 11.731 12.254 12.342 Drenthe 788 707 891 Overijssel 681 823 885 Gelderland 697 855 953 Utrecht 494 448 552 Noordholland 1.682 1.789 1.970 Zuidholland 1.148 1.107 1.174 Zeeland 90 86 116 Noordbrabant 232 224 271 Limburg 218 129 158 IJsselmeerpolders 21 119 253 Totaal 0 19.513 20.139 21.254 Binnenlandse migratie per prov.

Omschrijving 1965 1970 1971 Groningen 1.963 1.977 1.861 Friesland ) 14.443 14.917 17.179 Drenthe 884 962 1.032 Overijssel 1.385 1.310 1.362 Gelderland 1.051 1.036 1.328 Utrecht 691 705 8C6 Noordholland 2.288 2.351 2.467 Zuidholland 1.457 1.371 1.601 Zeeland 73 59 75 Noordbrabant 298 369 382 Limburg 146 177 153 Ilsselmeerpolders 302) 442) 492)

Totaal 1) 24.749 25.413 28.305 Vertrokken naar:

Binnenlandse migratie per prov.

Omschrijving 1950 1955 1960 Groningen 1.566 1.813 1.922 Friesland ) 11.731 12.254 12.342 Drenthe 963 931 1.085 Overijssel 1.244 1.406 1.415 Gelderland 1.102 1.395 1.482 Utrecht 730 801 802 Noordholland 2.610 3.374 3.160 Zuidholland 1.429 2.266 1.890 Zeeland 57 114 90 Noordbrabant 290 374 448 IJsselmeerpolders 311 647 410 Limburg 279 271 142 Totaal1) 22.394 25.661 25.207 Binnenlandse migratie per prov.

Omschrijving 1965 1970 1971 Groningen 2.167 2.569 2.441 Friesland ) 14.443 14.917 17.179 Drenthe 1.268 1.290 1.265 Overijssel 1.584 1.368 1.547 Gelderland 1.398 1.430 1.346 Utrecht 754 732 645 Noordholland 2.172 1.787 1.890 Zuidholland 1.310 1.293 1.138 Zeeland 61 85 89 Noordbrabant 419 470 484 Limburg 155 191 138 Ilsselmeerpolders 1382) 1762) 2242)

Totaal) 25.882 26.352 28.389 Saldo t.o.v.:

Binnenlandse migratie per prov.

Omschrijving 1950 1955 1960 Groningen — 81 — 323 — 284 Friesland Drenthe — 175 — 224 — 194 Overijssel — 563 — 583 — 530 Gelderland — 405 — 540 — 529 Utrecht — 236 — 353 — 250 Noordholland — 928 —1.585 —1.190 Zuidholland — 281 —1.159 — 716 Zeeland + 33 — 28 + 26 Noordbrabant — 58 — 131 — 177 Limburg — 61 — 142 + 16 Ijsselmeerpolders — 290 — 528 — 157 Totaal ) —2.881 —5.522 —3.953 Binnenlandse migratie per prov.

Omschrijving 1965 1970 1971 Groningen — 204 — 592 — 580 Friesland Drenthe — 384 — 328 — 233 Overijssel — 199 — 58 — 185 Gelderland — 347 — 362 — 18 Utrecht — 63 — 27 + 161 Noordholland + 116 + 564 + 577 Zuidholland + 147 + 78 + 463 Zeeland + 12 — 26 — 14 Noordbrabant — 121 — 101 — 102 Limburg — 9 — 14 + 15 Ijsselmeerpolders — 1082) — 1322) — 1752)

Totaal1 ) —1.133 — 939 — 84.

) Verhuizingen tussen gemeenten binnen de provincie Friesland.

1) Met inbegrip van het Centrale bevolkingsregister.
2) Betreft alleen de Zuidelijke Ijsselmeerpolders.

Bron: C.B.S.: Maandstatistiek van bevolking en volksgezondheid.

N.B. Bovenstaande cijfers kunnen om administratieve redenen iets verschillen met onderstaande.

Tabel: Binnenlandse migratie vestiging vertrek saldo absoper

1.000

absoper

1.000

absoper

1.000

jaar luut inw. luut inw. luut inw.

1952 20.362 43,5 22.787 48,7 —2.425 —5,2
1959 21.472 45,1 23.814 50,0 —2.342 —4,9
1960 21.234 44,3 25.207 52,6 —3.973 —8,3
1965 24.749 49,7 25.886 51,9 —1.137 —2,2
1966 25.509 50,4 26.094 51,5 — 585 —1,1
1970 25.417 48,5 26.356 50,3 — 939 —1,8
1971 28.341 53,5 28.404 53,6 — 63 —0,1
1972 28.652 53,5 26.673 49,8 + 1.979 + 3,7.

< >