Plannen tot het opnieuw onder water zetten van vroegere en in de 19de eeuw drooggemaakte meren .De bekendste, meest besproken en gedetailleerd uitgewerkte merenplannen waren die in Wonseradeel-Workum en in Doniawerstal.
Wonseradeel-Zuid Plan tot het ontpolderen van de Makkumer- of Koudemeer, de Parregaastermeer en de Workumermeer, in het gebied, begrensd door de lijn Afsluitdijk-Bolsward-Workum-IJsselmeer-Makkum. Ontwikkeld door de stedebouwkundige Ir. P. Bügel te Groningen, voor het eerst gepresenteerd in 1970.
Tot in 1972 waren de gemeentebesturen van Wonseradeel en Workum voorstanders van een verdere uitwerking van het plan. Van de zijde van een pensioenfonds bestond belangstelling voor een financiering.
In de verdediging werd gewezen op de minder gunstige economische structuur in het betreffende gebied, de mogelijkheid tot uitbouw van o.m. Makkum en Workum tot recreatiecentra en de mogelijkheid tot sanering van de landbouw in de omgeving.
Bij de bevolking waren de bezwaren tegen het plan groot. De Marre-Aksje-Groep (MAG) organiseerde en coördineerde acties om het bewustzijn bij de bevolking te vergroten en het verzet te bundelen.
Hoewel officieel nooit bekendgemaakt, is waarschijnlijk door de tussenkomst van enkele leden van Gedeputeerde Staten de behandeling van het plan in de raad door de B. en W’s van Workum en Wonseradeel vervroegd en voorzien van een pre-advies inhoudende o.m.: realisering zou een te kostbare zaak zijn, het zou te lang duren terwijl het niet zeker was of er voldoende steun van prov. en rijk zou komen bij het verwezenlijken. Gekozen werd voor een ruilverkaveling. Trijegaastmeer In 1972 uitgewerkt en begin 1973 door B en W van Doniawerstal gepresenteerd plan tot ontpoldering van een gebied van 230 ha. bij de Ouwster Trijegea (Oldeouwer, Ouwsterhaule, Ouwster Nijega). Bij een enquete door Plaatselijk Belang Ouwster-Trijegea bleken 212 inwoners tegen het plan te zijn, 18 voor. Argumenten vóór uitvoering
a. toenemende vraag naar recreatieverblijven;
b. noodzaak voor economische injectie in met ontvolking en economische achteruitgang geconfronteerd gebied.
Argumenten tegen:
a. het is ontoelaatbaar dat in tijd van voedselschaarste (en wat dit betreft sombere toekomstverwachtingen) een zo grote opp. vruchtbaar land wordt opgeofferd aan de recreatie;
b. de huidige bewoners willen niet in een leefklimaat worden gebracht, dat de recreanten juist willen ontvluchten;
c. het kerkelijk en sociaal-culturele klimaat kan door uitvoering worden bedreigd;
d. de financiële offers voor de streek zijn te groot.
Gezien dit verzet werd een alternatief plan ontworpen, dat vnl. in opp. van het oude afweek (grootte plm. 200 ha., waarvan 120 ha. water). Op 27-9-1973 verwierp de raad met kleine meerderheid het alternatieve plan, zodat geen van beide plannen verder werd uitgewerkt.