Gepubliceerd op 21-01-2020

KOLLUM

betekenis & definitie

(Fr. idem) Hoofdplaats van gem. Kollumerland en Nieuwkruisland.

Industriële ontw., winkel-, cultureel en onderwijscentrum voor deel van N.O. Friesland.Industrie: o.m. drukkerijen, timmer- en aannemersbedrijven, bliksembeveiliging, carrosserie, omvangrijke winkelstand, bungalows.

Cultureel centrum De Colle. In Kollum wordt een soort stadsfries gesproken, bedreigd door Fr. en Ned. In en bij Kollum staan verschillende aanzienlijke huizen en boerderijen. Herv. kerk (1400) met toren (1100), preekstoel met opschrift, rectorenbank van voorm. Latijnse school en 8 herenbanken (17e eeuw), rouwbord (1780), wapensteen (1681), grafkelders en zerken (15e-17e eeuw), tochtportaal met schildering. Oudheidkamer Kollumerland naast gemeentehuis.

Monnikmolen zonder stelling in Tochmaland (1893). Jaren geleden ontworpen plan tot demping vaart door Kollum is niet doorgegaan. In 1974 begin van reconstructie. Vermaard is de Kollumer Beerenburg.

Tussen Kollum en Buitenpost het verwarmd zwembad It Paradyske. Verder o.m. tennisbanen, sportvelden.

Bevolking: (1954) 2943; (1959) 3010; (1964) 3189; (1969) 3413; (1973) 4011.

Lit.: R. Bosgraaf, Kollum in oude ansichten (1972); idem, Kent u ze nog ... de Kollumers (1973).

< >