Gepubliceerd op 21-01-2020

JODEN Friesland

betekenis & definitie

Na de Tweede Wereldoorlog en de in de jaren ’50 toegenomen trek naar Israël, bleef er weinig over van de bloeiende joodse gemeenschap in Friesland. Een vijftigtal joden bleef deelnemen aan joodse plechtigheden in de „sjoel” in de Sacramentsstraat te Leeuwarden.

Het bleek echter niet mogelijk, de Leeuwarder sjoel volledig in stand te houden. Daarom werden eind 1964 belangrijke inventarisstukken, zoals de thorarollen (wetsrollen) en andere ritualia geschonken aan het Jeugddorp Kfar-Batja te Ra’ana in Israël, voor inrichting van een synagoge.

Bij die gelegenheid is de monumentale, negenarmige anderhalve meter hoge luchter van achttiende-eeuws Fr. zilversmeedwerk in bruikleen afgestaan aan het Joods Historisch Museum te Amsterdam.Het synagoge-leven is praktisch verdwenen; in 1974 werden nog — min of meer toevallig — twee diensten gehouden. Kinderen krijgen wekelijks les in Leeuwarden (A. de Hoven 23) in Ivriet, de Thora en de Joodse geschiedenis.

In 1955 waren 102 zielen lid van de Joodse gemeente te Leeuwarden, in 1973 (1 jan.) 62 van wie 47 woonden in Leeuwarden en 3 gezinnen (14 personen) de spijswetten onderhouden. Het aantal niet bij deze gemeente aangesloten Joden in Frl. wordt geschat op 10-15 personen.

Lit.: Sal de Jong, Joods leven in de Friese hoofdstad (1970); Dit is Friesland, april 1972 (hierin Piter Terpstra en Harry Drost over Joods leven in Frl.); H. Beem, De Joden van Leeuwarden (1974).

< >