Gepubliceerd op 21-01-2020

FOKKEMA, KLAAS

betekenis & definitie

(Leeuwarden 1898-Amstelveen 1967), Frisist, bijz. hoogleraar Friese taal- en letterkunde aan de V.U. s. 1949 en gewoon hoogl. in het Oudfries, Oudengels en Oudsaksisch aldaar s. 1954.

Hij promoveerde op Het Stadsfries (1937) en maakte later studie van Friese dialecten; organiseerde 5 werkkampen (1960-’65) in de Z.W.-hoek over de dialecten aldaar waarvan het resultaat in 1972 werd gepubliceerd (zie beneden).

Werk: Het Stadsfries (1937); de bijdrage over het Fries in: Fonologie van het Nederlands en het Fries (1959); De derde Emsinger Codex (1959); Taelatlas fan de Wälden (met J. J. Spahr van der Hoek, Kommentaer + kaerten, 1967); Nei wider kimen (keur uit werk met bibl., 1969); Dialecten van de Friese west- en zuidkust (Het veldwerk van prof. dr. K. Fokkema samengevat door prof. dr. H.T.

J. Miedema en drs. T. J. Steenmeijer-Wielenga, 1972).

Lit.: Studia Frisica. In memoriam prof. dr. K. Fokkema scripta (met bibl., 1969); H. T. J.

Miedema in Jaarb. der Mij. der Ned. Lett. 1970-1971.

< >