De vorm van handel, waarbij de consument de afnemer is. Het aantal vestigingspunten in de detailhandel in Friesland liep terug van plm. 10.600 op 1-1-1954 tot bijna 6900 op 1-11974 (daling plm. 35 %, tegen Nederland plm. 20 %).
Ontvolking ten plattelande en een jarenlange overbewinkeling, vrij plotseling beëindigd door verbeterde vervoers- en informatiemogelijkheden (advertenties), zijn belangrijke oorzaken van de in verhouding sterke daling van het aantal winkels, naast algemene, ook landelijk geldende factoren. De zuivere plattelandsgemeenten vertonen een aanzienlijk sterkere daling van het aantal verkoopplaatsen dan de meer stedelijke gemeenten: Baarderadeel-Hennaarderadeel-Rauwerderhem van 316 in 1960 naar 146 in 1974; Ferwerderadeel-Oostdongeradeel-Westdongeradeel van 462 naar 246; Smallingerland van 446 naar 425, Bolsward van 202 naar 148, Dokkum van 204 naar 159. Gemeenten met een stedelijk centrum waar de daling van het aantal verkoopplaatsen meer dan 30 % bedroeg, waren Heerenveen (van 573 naar 395), Franeker (van 263 naar 162), Harlingen (van 289 naar 185), Leeuwarden (van 1703 naar 1048).
Wat het aantal vestigingspunten per 10.000 inwoners betreft, is Frl. steeds dichter bij het gemiddelde van Nederland gekomen: in 1954 225 (Frl.) tegen 180 (NL), in 1960 220 (Frl.) tegen 182 (NL), in 1974 125 (Frl.) tegen 121 (NL).
Saneringsregeling Bedrijfsbeëindigingshulp, verleend door de rijksoverheid in de vorm van een financiële bijdrage. Van kracht sedert 1967. In Frl. hebben plm. 1000 zelfstandigen, werkend in de sectoren ambacht, handel, vervoer en horeca, van deze regeling gebruik gemaakt.
Zie ook Compendium, Winkelvoorzieningen.