Kaart, op vertoon waarvan jongeren en bejaarden reductie kunnen krijgen bij bezoek aan culturele evenementen, abonnementen op tijdschriften en op bibliotheken. De paspoorthouders ontvangen bovendien informatie betreffende evenementen, Rono- en schoolradioprogramma’s e.d. in de speciaal daartoe uitgegeven maandagenda.
Uitgifte en organisatie berusten bij het Bureau Culturele Paspoorten Friesland, beheerd door een speciaal daarvoor in het leven geroepen commissie van de Fr. Kultuerried, waarin naast subsidiënten (Provincie en gemeenten) ook de paspoorthouders, de Fr.
Kultuerried, de Prov. Raad voor Jeugdaangelegenheden en het bejaardenwerk zijn vertegenwoordigd.Cultureel Jongeren Paspoort (CJP) Nadat hiertoe in 1961 in Amsterdam het initiatief was genomen, werd in 1967 in Friesland begonnen met de uitgifte van CJP-s: de eerste provincie waar dit op provinciaal niveau gebeurde. Het initiatief hiertoe was genomen door de Fr. Kultuerried en de Gemeente Leeuwarden. Tot 1972 waren het de 15-22-jarigen die konden profiteren van de voordelen van een CJP; in dat jaar werd de leeftijdsgrens verlegd naar 25 jaar. Het aantal paspoorthouders liep aanvankelijk op van 958 in 1967-1968, via 4414 in 1971-1972 naar 7612 in 1972-1973. Deze snelle groei was vooral te danken aan het feit, dat sedert 1 september 1972 het CJP op postkantoren en -agentschappen in Frl. verkrijgbaar is.
In 1973-1974 vertoonde het aantal houders een daling. Tot 1-2-1974 waren er 5625 uitgegeven, tegen 6871 op 1-2-1973. De belangrijkste oorzaak hiervan ligt in het feit dat De Lawei te Drachten in verband met de verhoging van de leeftijdsgrens van paspoorthouders niet meer wilde meewerken en een eigen reductiesysteem ging hanteren, terwijl ook de Openbare Bibliotheek in deze plaats geen reductie gaf.
Bij de paspoorthouders is de categorie Werkende Jongeren ondervertegenwoordigd: tot 1-2-1974 werden 3428 CJP’s aan de studerende en schoolgaande jeugd verstrekt, 1976 aan werkende jongeren en 221 aan jongeren zonder beroep. Paspoort 65+ Friesland was de eerste provincie, waar in september 1972 begonnen werd met de uitgifte van een cultureel paspoort voor bejaarden boven de 65 jaar. Uitgangspunt was het principe, dat bejaarden de gelegenheid moeten hebben om ten volle deel te blijven nemen aan het cultureel en maatschappelijk leven. De AOW-uitkering zou hiertoe onvoldoende mogelijkheden bieden. Eind 1973 waren er 1088 paspoorten 65+ uitgereikt. Het als experiment opgezette initiatief is daarna voortgezet en overgenomen door CRM (1975).