(ook Alternatieve landbouw) Bedrijfsvoering, waarbij tegen ontwikkelingen van de landbouw na plm. 1900, versneld na 1945, in, wordt gestreefd naar gebruik van natuurlijke bemesting en het vermijden van (chemische) bestrijdingsmiddelen. In de moderne landbouw wordt een zo groot mogelijke produktie, een acceptabele kwaliteit en een lage kostprijs nagestreefd.
Daarbij wordt gebruik gemaakt van kunstmeststoffen en chemische bestrijdingsmiddelen.Volgens voorstanders van de B.D.L. leidt de moderne bedrijfsvoering tot een onharmonische samenstelling van het eindprodukt, dat direct of indirect de mens tot voedsel dient. Een verschraling van het voedselpakket zou het gevolg zijn, evenals geleidelijke vergiftiging door resten van de bestrijdingsmiddelen.
Door de grond op natuurlijke wijze te voeden (met stalmest, compost, door bodemflora en -fauna gemineraliseerde stikstof uit vlinderbloemige groenbemesters enz.), zou een sterker gewas verkregen worden met een rijkere minerale en organische samenstelling. Het gewas zou hierdoor een grotere vitaliteit krijgen, zodat het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen ter vermijding van ziekten en plagen niet meer nodig zou zijn.
Rond de jaren ’70 nam de belangstelling voor de B.D.L. sterk toe. Daartoe droegen bij: de toenemende zorg voor het behoud van een gevarieerd milieu, publicaties over schadelijke werking van chemische bestrijdingsmiddelen en de door o.m. de Kabouters gemaakte propaganda voor een natuurlijke leefwijze. De belangrijkste vertegenwoordiger van de B.D.L. in Frl. is ir. J. P. Haisma te Bergum (tuin- en akkerbouwprodukten).
Daarnaast trokken in de jaren ’70 de veehouders Gebr. Cuperus te Boxum veel aandacht wegens het vermijden van kunstmatige stikstofbemesting. Belangrijk is de toepassing van principes en methoden van de B.D.L. op kleine schaal in vele particuliere tuinen. De toenemende belangstelling voor de B.D.L. heeft een toename van het aantal reformwinkels tot gevolg gehad.
Lit: J. P. Haisma, De forlerne kaei, in speciaal landbouwnummer van It Beaken (juni 1971); H. van der Molen: De wûnderboeren fan Boksum en de alternative lânbou (De Strikel, maart 1974); M. Guépin, Alternative Lânbou (De Strikel, september 1974).