Gepubliceerd op 21-01-2020

ANTI-REVOLUTIONAIRE PARTIJ

betekenis & definitie

(ARP) Politieke Partij, in 1878 definitief landelijk georganiseerd door Abraham Kuyper. Bij of na de verkiezingen werkte de ARP in verschillende gemeenten in Friesland en op provinciaal niveau samen met CHU en KVP.

Deze samenwerking werd uitgebouwd tot een vaster verband onder de naam Christen Democratisch Appel (CDA. Het beginselprogram van de ARP dateert van 1961 en is een uitwerking van het oude program, dat in 1879 werd opgesteld en in 1916 en 1934 werd gewijzigd.

De ARP gaat uit van de belijdenis, dat God de volstrekte Soeverein is en dat Hij aan Jezus Christus heeft gegeven alle macht in hemel en op aarde. Overheid en volk behoren die macht te erkennen en hebben daarom de plicht, Gods geboden voor het staatsleven te betrachten.De Fr. ARP heeft een aantal prominente figuren opgeleverd, onder wie Hendrik Algra (Eerste Kamerlid, hoofdredacteur Fr. Dagblad, erelid ARP), J. Zijlstra (Minister-President, directeur Nederlandse Bank), J. Algera (als minister van Verkeer en Waterstaat in de jaren ’50 mede verantwoordelijk voor het opstellen van het Deltaplan), B. Roolvink (vakbondsbestuurder, minister van Sociale Zaken, Kamerlid), Tj.

Walburg (Kamerlid, defensie-specialist), J. Boersma (de eerste ARP-minister-kandidaat die bereid was, toe te treden tot het Kabinet-Den Uyl in 1973, minister van Sociale Zaken). Hoewel het vroeger Anti-Revolutionaire Friesch Dagblad zich na 1945 algemener Christelijk Nationaal noemt en zich ook richt tot het orthodoxe deel van de CHU-kiezers, wist de ARP haar positie in met name het noordoostelijk deel van de provincie lange tijd te consolideren, dit in tegenstelling tot de landelijke tendens.

Zie ook Verkiezingen.

< >