De belangrijke plaats van de dorpsgemeenschap in het sociale leven in Friesland heeft tot een in verhouding intensieve beoefening van gemeenschapskunst- en -sportvormen geleid. Met name op het gebied van muziek, toneel en zang was tot in de jaren ’60 hier het aantal amateurverenigingen groter dan in de rest van Nederland.
De ontvolking van het platteland, de concurrentie van passieve vermaaksvormen (bijv. televisie), de toenemende mobiliteit leidde tot een verschraling, gepaard gaand met opheffing van een groot aantal kleine verenigingen. Aan de andere kant werden nieuwe impulsen gegeven, waarbij nieuwe beleidsprincipes van de overheid (subsidies) en de sterk gegroeide financiële en technische mogelijkheden werden benut.
Tegenover een zekere verschraling in delen van Frl. staat een kwaliteitsverbetering. Opmerkelijk is de nieuwe bloei, die het amateurtoneel in de jaren ’60 en ’70 doormaakte.
Ten dele is dit ongetwijfeld te danken aan een betere begeleiding en een goede organisatie.Op sportgebied overheerst het amateurisme volkomen. Slechts enkele voetballers, wielrenners, paardrijders en, tot plm. 1970, kortebaanschaatsers in Frl. houden geld over aan de sport.
Individueel amateurisme komt zeker zo vaak voor als gemeenschapsamateurisme. Op sportgebied zijn vele namen te noemen, waaronder die van Tiemen Groen en Atje Keulen-Deelstra.
De Friese literaire cultuur wordt gedragen door amateurs. Een enkele schrijver houdt iets aan zijn artistieke bezigheden over. In dezen is de situatie enigszins verbeterd door de instelling van stipendia-werkbeurzen en, minder belangrijk, van een aantal prijzen: Rely Jorritsmafûns, KFFB.
In de beeldende kunsten trok reeds vroeg Jentje van der Sloot de nodige aandacht. Later, toen de naïeve kunst erkend en gewaardeerd werd, kwamen amateurschilders als Teatske Bruinsma-De Vries van het Wolsumerketting, pastoor J. H. Janning te Workum, Ruurd Wiersma te Birdaard, J. Andela te IJsbrechtum en F. Pasma te Beetsterzwaag naar voren.
Ondanks een bescheiden begin van professionalisering, beheerste het amateurisme het rijk geschakeerde Friese culturele leven.