Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Zwaardbroeders

betekenis & definitie

fransch Porle-Glaives,lat. Ensiferi, de leden eener geestelijke ridder-orde, gesticht 1202 door Albrecht (Albert) van Apeldern, bisschop van Lijfland.

De Orde der Z., ingericht in den trant van de Orde der Tempelridders,en bevestigd door paus Innocentius III, noemde hare leden aanvankelijk Broeders der militie van Christus, en had geen ander doel, dan het Christendom in het Noorden uit te breiden door de kracht van het zwaard, inderdaad een bekeerings-systeem, dat veel sneller werkt dan dat der overtuiging, en zelfs dan dat der overreding. De eerste grootmeester van deze vrome Orde was Winno van Rohrbach. In 1206 schonk de stichter der Orde een derdegedeelte van Lijfland aan de Z., benevens het eigendomsrecht op al de landen die de Z. zouden veroveren (een recht, dat hij natuurlijk zelf niet bezat; maar ter bevordering van het goede werd in die dagen zoo nauw niet op de middelen gelet). Van 1216 tot 1223 veroverden de Z. Koerland en Esthland met Reval. Na langdurige twisten tusschen de Z. en de bisschoppen van Riga, zag de tweede grootmeester (Volqiiinus) zich genoodzaakt, de Orde der Z. te laten inlijven bij de Orde der üuitsche Ridders, onder beding, dat de Z. in ’t bezit zouden blijven van dat gedeelte van Lijfland en Esthland, dat zij destijds in bezit hadden, terwijl ze onder het bewind zouden staan van een eigen grootmeester, die den titel van Provinciaal (Magisterprovincialis) voeren,en onder den Duitschen grootmeester staan zou. Die inlijving had plaats bij den dood van Volquiuus (1237), en van toen af was Riga hoofdstad der Z. Tot 1525 stonden de Z. onder de Duitsche Orde; toen loste Wouter (Walter) van Plettenberg het hertogdom Lijfland van Albrecht van Brandenburg, en herstelde de Orde der Z. (zie het art. PLETTENBERG). De 50e provinciaal der Z., nl. Gotthard Kettler, omhelsde de Luthersche kerkleer, en stond Lijfland af aan Polen’s koning Sigismond II, door wien hij beleend werd als hertog van Koerland en Semgallen (1562).

< >